Sensorische informatieverwerkingsproblemen bij kinderen
Met onze zintuigen nemen we geluiden, gevoel, structuren, beelden, smaken en geuren waar. Deze informatie wordt verwerkt in onze hersenen en vervolgens komt daar een reactie uit voort. De hele dag door wordt er op deze manier informatie vanuit onze zintuigen verwerkt. Zintuigelijke informatieverwerking wordt ook wel sensorische informatieverwerking (afgekort SI) genoemd.
Ieder mens verwerkt zintuigelijke prikkels op een andere manier. De prikkelverwerking kan gedurende een dag bij ieder mens verschillen: in de ochtend kun je bijvoorbeeld overgevoeliger zijn voor bepaalde prikkels dan in de avond. Of andersom. Soms is er echter sprake van een zintuigelijk of sensorisch informatieverwerkingsprobleem. Het zintuigsysteem is regelmatig overgevoelig waardoor iemand snel overprikkelt raakt. Of het zintuigsysteem is regelmatig ondergevoelig, waardoor iemand juist veel prikkels nodig heeft om in actie te komen of alert te blijven. Een goed ontwikkelde prikkelverwerking is een basisvoorwaarde voor allerlei dagelijkse levensvaardigheden zoals: lezen, schrijven, zwemmen, aankleden of zindelijk worden.
Uitingen van problemen in de sensorische informatieverwerking bij kinderen
Als kinderen problemen hebben bij de sensorische informatieverwerking kan dit zich uiten op verschillende manieren zoals:
- Concentratieproblemen
- Angst voor bewegen, klimmen of draaien.
- Houterig bewegen, vaak struikelen of onhandig bewegen
- Niet tot leren komen op school
- Bewegingsonrust
- Moeite hebben met in slaap komen of met doorslapen
- Emotionele problemen (snel boos, verdrietig of angstig zijn)
Als het dagelijks functioneren hierdoor belemmerd wordt of het de ontwikkeling van het kind in de weg staat is het goed om hier hulp bij in te schakelen.
Wat is het doel van het behandelen van de sensorische informatieverwerking bij kinderen?
Het doel is verandering aan te brengen in de manier waarop het zenuwstelsel van het kind de sensorische informatie organiseert. Zo is het kind beter in staat tot contact met de wereld om zich heen, zoals het omgaan met leeftijdsgenoten, aandacht kunnen richten op een opdracht, zelfverzorging en motorische coördinatie. Verbetering zal dan ook in deze dingen merkbaar moeten worden.
De therapie ziet eruit als spel, waarbij het kind zelf een grote inbreng heeft.